Op dinsdag 8 juli wordt de perspectiefnota voor 2026 in de gemeenteraad besproken. Hierin staat ook het plan om jaarlijks 55.000 euro beschikbaar te stellen voor de molens.
“Met deze verhoging zijn wij ontzettend blij. Als penningmeester van onze stichting geeft dit een heerlijk rustgevend gevoel”, aldus Ton van Balken. Penningmeester van de Molenstichting voor het Gelders Rivierengebied. Vijf van de zeven molens die de stichting beheert, staan in West Betuwe.
Molens in West Betuwe
In West Betuwe staan in totaal elf molens, een deel is in eigendom van de gemeente, een deel is van de Molenstichting voor het Gelders Rivierengebied en een deel heeft een nog andere eigenaar. In de perspectiefnota, het document waar de plannen en doelen voor 2026 in staan, stelt het college voor om de subsidies voor het regulier onderhoud van molens structureel te verhogen naar 55.000 euro per jaar. En daarnaast krijgen de molens eenmalig 165.000 euro voor groot onderhoud. Dit komt er op neer dat elke molen 5000 euro per jaar krijgt en eenmalig 15.000 euro krijgt voor groot onderhoud. De gemeenteraad had het college in november 2024 gevraagd om naar mogelijkheden te kijken om de molens in West Betuwe te helpen, nadat de molenstichting de noodklok had geluid. Zij stelden destijds: ‘Het geld is op 1 januari 2025 op. Als er niets gebeurt raken de molens in verval.‘
Intensief en kostbaar
Het geld is nodig om de molens te onderhouden. “Het onderhoud van molens is intensief en kostbaar. Het onderhoud kost gemiddeld 15.000 euro per jaar. De helft daarvan wordt vergoed door het Rijk”, legt Van Balken uit. “Zo is onlangs de kap van de poldermolen van Ophemert van nieuw riet voorzien. De kosten hiervoor waren 35.000 euro.”
Rijke geschiedenis
Verder legt de penningmeester uit waarom het belangrijk is om molens te behouden. “De eerste watermolens in West Betuwe waren er al in de vijftiende eeuw. Zij zorgden ervoor dat het moerassige land ontgonnen kon worden tot landbouwgrond. Voorheen waren de laag gelegen gronden in het buitengebied enkel geschikt als griend of eendenkooi. Dankzij het bemalen van de gronden en het afvoeren van het water op de Linge werd moerassig land geschikt gemaakt als weiland of hooiland. Korenmolens zorgden ervoor dat het graan gemalen kon worden en er brood gebakken kon worden. Dankzij de molens kon het rivierengebied, een van de armste streken van het land, zich ontwikkelen en werken aan welvaart.”
Molen bezoeken
De molens in West Betuwe zijn regelmatig open, zodat publiek de molens kan bekijken. “Vier keer per jaar organiseren we open molendagen. Inwoners uit West Betuwe zijn dan van harte welkom om langs te komen. Vooral de twee wipmolens van Hellouw zijn heel bijzonder”, aldus Van Balken. “Het zijn nog de enige wipmolens van onze provincie Gelderland. De eerste open dag is op de open Monumentendag in het weekend van 13 en 14 september.”Verder laat de penningmeester weten dat inwoners uit West Betuwe ook ‘vriend van een van de molens’ kunnen worden. “Voor vijftien euro per jaar steunt u dan onze stichting en draagt men bij aan het behoud van de molens in het rivierengebied.”