Het bestuur van de Molenstichting voor het Gelders Rivierengebied heeft een brandbrief gestuurd naar het gemeentebestuur van West Betuwe. Het bestuur maakt zich grote zorgen over de jaarlijkse tekorten voor het onderhoud aan vijf van de zeven molens die binnen de gemeentegrenzen staan.
De kosten van onderhoud – daarbij geen rekening gehouden met groot onderhoud en restauraties – zijn de afgelopen enorm gestegen, terwijl de bijdrage van de gemeente op gelijk niveau is gebleven. Het bestuur bestaat uit vrijwilligers, en dat geldt ook voor de molenaars. Het Rijk heeft vanwege de stijging van kosten de subsidie in het kader van de SIM verhoogd van 50% naar 60%, de provincie draagt voor de komende 4 jaar weer jaarlijks 2.000 euro per molen bij en West Betuwe jaarlijks 1.000 euro per molen. De onderhoudskosten echter bedragen tussen de 12.000 en 15.000 euro per jaar, waardoor het bestuur jaarlijks minimaal 4.000 euro per molen tekort komt. Voor de vijf molens in West Betuwe betekent dit een bedrag van minimaal 20.000 euro.
Het bestuur ontplooit samen met de vrijwillig molenaars inmiddels veel initiatieven om ook op andere manieren geld op te halen. Inwoners kunnen “Vriend” worden van een molen en daarmee jaarlijks een bedrag beschikbaar stellen. Ook zijn er gelukkig nog steeds bedrijven en particulieren die waar nodig molens financieel ondersteunen maar overheidssubsidies zijn en blijven onontbeerlijk. Het in stand houden van het industrieel cultureel erfgoed is het belangrijkste doel van de Molenstichting maar het bestuur gaat ervan uit dat de betrokken gemeenten dit doel ondersteunen. Begin juli heeft het algemeen bestuur van de stichting – waar ook drie wethouders van de betrokken gemeenten in participeren- om de tafel gezeten om de toekomst te bespreken. De basis voor dit gesprek was “een Verkenning Toekomst”. En marge van dit gesprek werd ook geadviseerd om een brief aan de gemeenteraad van West Betuwe te schrijven, omdat de financiële urgentie hoog is.
Gemeente West Betuwe heeft ook twee molens in eigendom. Ook deze molens hebben onderhoud nodig. “Het is ons niet bekend wat uw gemeente aan onderhoud aan deze molens uitgeeft, maar wij kunnen ons voorstellen dat ook hier het gelijkheidsbeginsel zou moeten gelden”, reageert het bestuur van de Molenstichting. “Vrijwillig molenaars doen hun uiterste best om hun molen minimaal wekelijks, te laten draaien en open te stellen voor het publiek/inwoners. Daarnaast is een aantal molenaars actief om zelf het nodige aan de molen te doen. Het is echter vijf-over-twaalf geworden waar het gaat om het onderhoud. Er is aan het eind van het jaar geen reserve meer, ook niet voor bijkomende kosten, zoals verzekeringen.” Het bestuur heeft het besluit moeten nemen om een aantal zaken die dit jaar nog op de planning staan niet te laten uitvoeren.
“Wij rekenen op u, dat u met ons, en met alle inwoners in uw gemeente, het zeer zouden betreuren wanneer deze waardevolle, historische objecten, vanwege gebrek aan onderhoud tot verval gedoemd zouden zijn. Daarom vragen wij van u een jaarlijks bijdrage van 2.500 euro per molen, alsmede 0,31 per inwoner, zoals alle gemeenten in de Alblasserwaard en VijĬeerenlanden hun molens ondersteunen”, besluit het bestuur de brandbrief die naar West Betuwe is gegaan.